Dit wordt een nieuwe serie lichtvoetige stillevens die gaat over verpakkingen en (soms) de onmogelijkheid ze ‘netjes’ te openen, ondanks de uitnodigende perforaties en aanwijzingen.
Het is allemaal natuurlijk niet zo serieus, maar toch is het voor sommigen een bron van irritatie dat een verpakking niet op de gewenste manier kan worden geopend. Met alle – voor mij – visueel aantrekkelijke gevolgen van dien!
Enige jaren geleden begon ik een serie waarvoor ik mensen fotografeer die hun haar doneren. Ik doe dat voor en na de donatie. De bedoeling is dat ik uiteindelijk ook foto’s ga maken van mensen die – om wat voor reden dan ook – haar gedoneerd krijgen.
Inmiddels is de serie alle kanten uitgeschoten en fotografeer ik iedereen met haar waarmee ik ‘iets kan.’ Op dit moment ben ik bezig met een serie waarbij het gezicht (meestal door het haar) wordt bedekt.
In opdracht fotografeerde ik de o.a. de verbouwing van het Conservatorium in de van Baerlestraat in Amsterdam tot het Conservatorium Hotel. Het leuke van dat soort opdrachten is dat alles wat ik interessant vind aan fotografie erin samenkomt. Het zijn niet alleen de veranderingen aan het interieur die ik op mijn manier vastlegde, maar ik maakte er ook portretten van bouwvakkers. Ik bouwde daarvoor een studio in een ruimte die beschikbaar was. Om mij heen werd gezaagd, geboord en gebroken. Stof daalde neer op mijn apparatuur. Ik maakte dus geen actiefoto’s maar fotografeerde ze in wat niet hun natuurlijke biotoop is. Vrijwel niemand was gewend te poseren.
Mijn nachtlandschappen zijn nogal duistere foto’s waarin veel verborgen blijft. Ze werden – op één na – gemaakt na zonsondergang. Veel licht was er dus niet meer. Soms een streepje kunstlicht dat van ver kwam, meestal niet meer dan het licht van de lucht waaruit de zon al verdwenen was. Een camera is geduldig en telt – als je er de tijd voor neemt – licht als het ware bij elkaar op. Je krijgt dan dingen te zien die je met het blote oog niet of nauwelijks meer kon waarnemen. Soms ook lijkt zich in het landschap iets af te spelen dat buiten de waarneming om gaat, is er een vermoeden dat er iets aan de hand is. Misschien gebeurt het wel buiten het kader van de afbeelding. Wie zal het zeggen.
Moestuin is de verzamelnaam voor de foto’s die ik maak van ‘dansende groente’, slachtoffers van slakken en meer. Ze komen allemaal uit de moestuin. Zie het als een hommage aan alle groenten die door hun afwijkende vorm de schappen van de supermarkt of de groenteman niet zullen halen, aan gehavende, door slakken aangevreten bladeren die desondanks hun schoonheid hebben behouden, aan de door ouderdom gekromde zonnebloem die zich met zijn laatste krachten nog net kan vasthouden aan een vaas.
Mijn Toekomst
Op een aantal Amsterdamse basisscholen fotografeer ik ieder jaar de leerlingen uit groep 8. Zij staan op de drempel van een nieuw bestaan – ze gaan immers naar de middelbare school – dus is het een goed moment eens te filosoferen over de toekomst, ambities en verwachtingen. Dat doen zij op papier en vervolgens gaan zij op de foto met een voorwerp dat met die toekomst te maken heeft. Het is eigenlijk een vrijwel onmogelijk te bantwoorden vraag voor iemand van rond de 12. Niettemin meent een aantal leerlingen al te weten wat er later zal gebeuren. Anderen weten dat nog niet zo zeker maar zij geven ons wel een indruk van wat hen nu bezighoudt en interesseert. Sommigen zijn heel realistisch: profvoetballer zal moeilijk worden en voor die Masserati moet je toch wel heel veel verdienen.
Een paar jaar geleden was ik voor het eerst van mijn leven in Afrika. Ik bezocht er Dar es Salaam en Bagamoyo op het vasteland van Tanzania en het eiland Zanzibar. Ik ben er verliefd op geworden. Het klimaat, de geuren, de mensen, de gastvrijheid, de puinhoop (in veel opzichten), de kleuren, de armoede, de gelatenheid maar ook het optimisme en de wil er iets van te maken, het is er allemaal.
Ik ging er ook op zoek naar foto’s voor mijn nachtlandschappen en kwam terecht in een paradijselijke tuin in Bagamoyo.
In deze serie laat ik zien wat ik er ontdekte. Ik wil ooit terug, want er is nog veel meer.
Crea is de culturele organisatie van de Universiteit van Amsterdam. Je kunt er terecht voor creatieve cursussen en het is het onderkomen van een groot aantal studentenorganisaties.
Voor het eerst in zijn bestaan heeft Crea een permanente locatie. De UVA heeft kosten nog moeite gespaard om het de docenten en cursisten naar de zin te maken. Toen Crea 5 jaar op die nieuwe locatie zat heb ik de opdracht gekregen 10 mensen te portretteren waarvoor Crea belangrijk is (geweest) of die belangrijk zijn (geweest) voor Crea. Belle de Jonge heeft ze geïnterviewd en ik heb me laten inspireren door hun verhalen. De foto hiernaast heeft de selectie niet gehaald maar ik ben er wel tevreden over. Daarom laat ik hem toch zien.
In opdracht fotografeer ik werk van een aantal kunstenaars. Dat is vaak ‘plat’, zoals schilderijen en tekeningen, maar ook ruimtelijk.
Een schilderij moet er goed opstaan, recht, scherp en met natuurlijke kleuren; als fotograaf moet je je bescheiden opstellen, je mag er immers niets aan toevoegen.
Bij ruimtelijk werk is dat anders. Natuurlijk gaat het ook over de kunstenaar en het kunstwerk maar als fotograaf mag je je iets meer laten gelden. Het moet er ook ‘gewoon’ goed opstaan maar ik mag nu boetseren met licht; ik kan accenten leggen, details benadrukken en werken met onscherpte. Daardoor zijn de foto’s meer dan de registratie van de kunstwerken.
Foto: fragment uit Markrokosmos van Mark Bischof.
Regelmatig is hier werk van een andere kunstenaar te zien.
Ik maak ook ‘gewone’ portretten. Maar wat is een gewoon portret?
Ik kan natuurlijk beweren dat ik probeer iemands ziel bloot te leggen door het maken van een portret maar dat is niet het streven. Uitgangspunt bij mij is eerder vorm. Hoe ik iemand fotografeer kan ik bijvoorbeeld laten afhangen van diens kleding en de vormen die erin ontstaan. Soms dwingen die mij als het ware tot het maken van een bepaalde compositie; ik wil immers dat alles ‘klopt.’ Een zeker mate van opportunisme is mij niet vreemd.
Ik denk dat als iemand je op de foto aankijkt, je eerst naar de ogen kijkt en zo contact zoekt, zoals dat ook in werkelijkheid gebeurt. Later zie je de rest. Dat je toch het gevoel kunt hebben dat iemand wordt afgebeeld zoals die werkelijk is, is mooi meegenomen maar voor mij niet relevant. Het toont namelijk vooral hoe ik die persoon zag, wat ik er mooi of interessant aan vond.
Zo beschouwd is ieder portret van een ander ook een zelfportret van de fotograaf (vrij naar Richard Avedon). Als iemands ziel dan toch om de hoek komt kijken is dat eerder het gevolg van de omstandigheden en van de interactie. En van wat iemand wilde prijsgeven.
De portretten in deze serie maakte ik van mensen die werken op het Zamenhofterrein in Amsterdam Noord. Acteurs, musici, fotografen, meubelmakers, schilders en meer. Je vindt ze er allemaal. Deze portretten zijn slechts het begin van een serie die veel groter gaat worden. Op gezette tijden zal ik er een aan toevoegen.
Het zijn persoonlijke portretten, allemaal gemaakt in de studio. Ik laat soms een kant van iemand zien die niet altijd zichtbaar is bij ‘normaal’ contact. Soms ontdek ik die meer verborgen kant pas tijdens het fotograferen. Ik ken immers niet iedereen even goed. Hoe ik iemand fotografeer staat daarom ook niet vast.